Dickens in Dakar - Volkskrant
2 plaatsers
Pagina 1 van 1
Dickens in Dakar - Volkskrant
Net gelezen in de digitale volkskrant. Het is goed dat er aandacht wordt besteed aan deze praktijken alleen het verhaal rammelt hier en daar wat. 500 CFE(A?) = 3,75 € stevige wisselkoers... En talibés ronselen in Guinée Bissau?
Dickens in Dakar
van onze verslaggever Rob Vreeken
gepubliceerd op 03 maart 2009 18:54, bijgewerkt op 3 maart 2009 18:57
DAKAR - In Senegal worden tienduizenden kinderen uit bedelen gestuurd. Het weinige geld dat zij ophalen, wordt ingenomen door hun maraboe, een moslimgeestelijke.
Dakar krioelt van de jongetjes met een tomatenblik onder hun arm. De tomatenblikken zijn groot, de jongetjes zijn klein. De meesten zien eruit of ze pakweg 8 of 10 of 14 zijn. Hun hemdjes en korte broeken zijn vies en versleten, vaak lopen ze op blote voeten door de drukke straten van de Senegalese hoofdstad. In groepjes dartelen ze rond, een beetje gejaagd, alert om zich heen spiedend. Af en toe lijken ze plezier te hebben zo onder elkaar, meestal is hun blik neutraal, zakelijk bijna.
De rode, ronde tomatenblikken – doorsnee circa 25 centimeter – zijn leeg, een heel enkele keer zijn er een paar munten op de bodem te zien, de opbrengst van wat voorbijgangers erin werpen. Bedelaartjes zijn het, zoals je die kunt aantreffen in zo veel steden in Afrika en Zuid-Azië.
Maar de tomatenblikjongens van Senegal zijn een verhaal apart. Talibés, worden ze hier genoemd, een woord dat verwant is aan ‘taliban’: religieuze studenten, leerlingen van een islamitisch geestelijke, een maraboe. Achter hun brutale ogen gaat een andere werkelijkheid schuil, een van uitbuiting, geweld en verwaarlozing.
Talibe
Een dag uit het leven van een talibé, verwoord door de 12-jarige Saliou Gano. Een paar weken geleden ontvluchtte hij het bedelbestaan.
‘We moesten elke dag om zes uur opstaan’, zegt Saliou. ‘Dan gingen we erop uit, bij de huizen langs, om een ontbijt bij elkaar te bedelen. De rest van de dag waren we op straat, om te bedelen voor geld. Als we honger kregen klopten we weer bij de mensen in hun woningen aan, voor een beetje eten. Tot ’s avonds elf uur waren we op straat.
‘Daarna gingen we naar huis, nog een of twee uur in de koran lezen met de maraboe. Dan naar bed. Het geld leverden we elke avond in bij de maraboe. Het moest minstens 500 CFE (3,75 euro) zijn. Als je niet genoeg had, sloeg de maraboe je op de rug met een stuk stroomdraad.’
Dickens in Dakar.
Boeman
De boeman in de Senegalese versie van Oliver Twist is een moslimgeestelijke. De maraboes vertegenwoordigen een lange traditie in Senegal. Deze geestelijken staan in hoog aanzien en hun broederschappen hebben veel politieke macht. Vandaar dat de regering alleen met zachte hand optreedt tegen de uitwassen van het talibé-systeem.
Vroeger was er niet echt een probleem. De maraboes ontfermden zich over jongens in het dorp of de stad die anders helemaal geen onderwijs zouden genieten, en gaven ze in hun daara, de koranschool, religieus onderricht. Uit bedelen gaan hoorde bij de opvoeding: een les in nederigheid. ‘Ik heb als kind ook gebedeld’, zegt Alioune Tine, hoogleraar en hoofd van de mensenrechtenorganisatie RADDHO. ‘Rijst inzamelen voor de maraboe. Maar wat tegenwoordig gebeurt, heeft niets meer met het traditionele bedelen te maken. Dit is uitbuiting, slavernij en kinderhandel.’
De verwording van de bedelpraktijk begon rond 1970 en heeft inmiddels internationale proporties. Unicef schat het aantal talibés in Senegal op 125 duizend. Een meerderheid van hen wordt uit bedelen gestuurd, en velen worden geronseld in buurlanden van Senegal, zoals Guinee-Bissau, waar Saliou Gano vandaan komt.
Bus
Op een dag, vertelt hij, werd hij ’s ochtends vroeg gewekt door zijn vader. ‘Er was een maraboe uit Senegal gekomen, zei hij, die me zou meenemen om de koran te leren. Hij was met een bus. Hij ging alle dorpen af en met een bus vol jongens reden we naar Dakar.’
In de stad wachtte hem een ander leven dan hem was voorgespiegeld. Slecht voedsel, geen hygiëne, geen rust, geen tijd om te spelen. Het leven op straat was hard en rauw. Veel geweld, niet alleen van de maraboe. ‘Er waren straatbendes die ons sloegen en ons geld afpikten.’ Was de maraboe nooit aardig? ‘Jawel, soms, dan gaf hij ons een stuk brood.’
Dag in dag uit bedelde Saliou, vijf jaar lang. Al die tijd besefte hij wel dat het niet normaal, dit leven als talibé. ‘Elke keer als de maraboe me sloeg, dacht ik aan mijn moeder.’
De jongen hoorde over een tehuis in de stad voor weggelopen talibés, Empire des Enfants, en toen hij weer eens was afgeranseld klopte hij daar aan.
Bioscoop
De houten deur van het centrum – een voormalige bioscoop – biedt toegang tot een binnenplaats met witte muren. Een stuk of twintig jongens, van kleuter tot tiener, loopt rond. Sommigen spelen tafeltennis of tafelvoetbal, anderen leggen blauwe matten klaar op een podium, voor de taekwondo-les, een zelfverdedigingssport.
Het Empire des Enfants is een tussenstation, legt coördinator Faty Tavares uit. De jongens blijven een aantal maanden, zo nodig langer, tot een duurzame oplossing is gevonden. Sommigen gaan naar een tehuis voor langdurige opvang. De voorkeur heeft terugkeer naar het gezin, vaak ver weg in het binnenland of – met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (OIM) – in een van de buurlanden. Voor de meeste ouders is het een schok te horen hoe hun zoontje al die tijd heeft geleefd in het verre Dakar.
Tavares: ‘Het leven op straat is vreselijk zwaar. Drugs, fysiek geweld, seksueel geweld. Als ze zich hier melden, zijn ze het helemaal zat. Als ze eenmaal binnen zijn, blijven ze de hele dag binnen. Ze mogen er best uit, wij houden ze niet tegen. Maar ze gaan gewoon niet.’
Zelfbeeld
De meeste jongens hebben psychische problemen, zegt Tavares. Het Empire biedt psychologische en medische zorg. ‘De kinderen hebben een erg laag zelfbeeld. Het eerste wat we doen is hen duidelijk maken dat ze mensen zijn met rechten. We leren ze ook dat ze zich moeten wassen, dat weten ze helemaal niet.’
Verder staan kennismaking met lezen en schrijven, sport en een beetje vakonderwijs op het programma. En: veel spelen, want dat hebben ze in de daara nooit gedaan. ‘Het is leuk in het Empire’, zegt Samba Diallo, een dreumes van 7, bedeesd naar zijn voeten kijkend. ‘Ik hou van voetballen, en elke avond kijken we televisie.’
Het laten bedelen van talibés komt in heel Senegal voor. Armoede is de voornaamste drijfveer voor ouders om hun zoon naar een daara te sturen; vaak weten ze niets af van de misstanden daar. Soms komen kinderen al op 2-jarige leeftijd in een koranschool terecht; bedelen doen ze pas als ze geen kleuter meer zijn. Organisaties als Unicef proberen samen met de overheid de uitbuiting te bestrijden. Dat gaat moeizaam.
Tostan
Interessant is het programma van Tostan, de organisatie die ook een succesvolle campagne voert tegen meisjesbesnijdenis. Tostan werkt samen met maraboes en dorpscomités om het leven van de jonge koranstudenten te verbeteren. Vrouwen in het dorp wordt gevraagd zich over de jongetjes te ontfermen – voeden, wassen, kleden – elke ‘ndiyou daara’, moeder van de daara, zorgt voor één talibé. De dorpscomités helpen de maraboe de jongens onderwijs te geven en een vakopleiding. En bedelen is uit den boze.
Kunnen niet beter de koranscholen met hun piepjonge talibés als zodanig worden aangepakt? ‘O nee’, zegt Molly Melching, directeur van Tostan. ‘Dat zou ridicuul zijn. Daarvoor is de traditie veel te sterk. We kunnen hooguit iets doen aan de leefomstandigheden in de daara’s, en voorkomen dat ze uit bedelen worden gestuurd.’
In diverse districten werkt Tostan samen met maraboes. De 20ste april werd uitgeroepen tot Dag van de Rechten van de Talibés. Sinds drie jaar houden maraboes, talibés en activisten een mars. Thierno Salif Thiam, een maraboe uit de stad Ourasogui in het noorden van Senegal, belegde onlangs een vergadering met vijftig collega’s om te praten over kinderbescherming. Zelf heeft hij een koranschool met 150 leerlingen. Uit bedelen stuurt hij ze niet meer. ‘Dat was vroeger’, zegt hij. ‘Tegenwoordig is het beter. De kinderen zijn gelukkig.’
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1158068.ece/Dickens_in_Dakar?source=rss
Dickens in Dakar
van onze verslaggever Rob Vreeken
gepubliceerd op 03 maart 2009 18:54, bijgewerkt op 3 maart 2009 18:57
DAKAR - In Senegal worden tienduizenden kinderen uit bedelen gestuurd. Het weinige geld dat zij ophalen, wordt ingenomen door hun maraboe, een moslimgeestelijke.
Dakar krioelt van de jongetjes met een tomatenblik onder hun arm. De tomatenblikken zijn groot, de jongetjes zijn klein. De meesten zien eruit of ze pakweg 8 of 10 of 14 zijn. Hun hemdjes en korte broeken zijn vies en versleten, vaak lopen ze op blote voeten door de drukke straten van de Senegalese hoofdstad. In groepjes dartelen ze rond, een beetje gejaagd, alert om zich heen spiedend. Af en toe lijken ze plezier te hebben zo onder elkaar, meestal is hun blik neutraal, zakelijk bijna.
De rode, ronde tomatenblikken – doorsnee circa 25 centimeter – zijn leeg, een heel enkele keer zijn er een paar munten op de bodem te zien, de opbrengst van wat voorbijgangers erin werpen. Bedelaartjes zijn het, zoals je die kunt aantreffen in zo veel steden in Afrika en Zuid-Azië.
Maar de tomatenblikjongens van Senegal zijn een verhaal apart. Talibés, worden ze hier genoemd, een woord dat verwant is aan ‘taliban’: religieuze studenten, leerlingen van een islamitisch geestelijke, een maraboe. Achter hun brutale ogen gaat een andere werkelijkheid schuil, een van uitbuiting, geweld en verwaarlozing.
Talibe
Een dag uit het leven van een talibé, verwoord door de 12-jarige Saliou Gano. Een paar weken geleden ontvluchtte hij het bedelbestaan.
‘We moesten elke dag om zes uur opstaan’, zegt Saliou. ‘Dan gingen we erop uit, bij de huizen langs, om een ontbijt bij elkaar te bedelen. De rest van de dag waren we op straat, om te bedelen voor geld. Als we honger kregen klopten we weer bij de mensen in hun woningen aan, voor een beetje eten. Tot ’s avonds elf uur waren we op straat.
‘Daarna gingen we naar huis, nog een of twee uur in de koran lezen met de maraboe. Dan naar bed. Het geld leverden we elke avond in bij de maraboe. Het moest minstens 500 CFE (3,75 euro) zijn. Als je niet genoeg had, sloeg de maraboe je op de rug met een stuk stroomdraad.’
Dickens in Dakar.
Boeman
De boeman in de Senegalese versie van Oliver Twist is een moslimgeestelijke. De maraboes vertegenwoordigen een lange traditie in Senegal. Deze geestelijken staan in hoog aanzien en hun broederschappen hebben veel politieke macht. Vandaar dat de regering alleen met zachte hand optreedt tegen de uitwassen van het talibé-systeem.
Vroeger was er niet echt een probleem. De maraboes ontfermden zich over jongens in het dorp of de stad die anders helemaal geen onderwijs zouden genieten, en gaven ze in hun daara, de koranschool, religieus onderricht. Uit bedelen gaan hoorde bij de opvoeding: een les in nederigheid. ‘Ik heb als kind ook gebedeld’, zegt Alioune Tine, hoogleraar en hoofd van de mensenrechtenorganisatie RADDHO. ‘Rijst inzamelen voor de maraboe. Maar wat tegenwoordig gebeurt, heeft niets meer met het traditionele bedelen te maken. Dit is uitbuiting, slavernij en kinderhandel.’
De verwording van de bedelpraktijk begon rond 1970 en heeft inmiddels internationale proporties. Unicef schat het aantal talibés in Senegal op 125 duizend. Een meerderheid van hen wordt uit bedelen gestuurd, en velen worden geronseld in buurlanden van Senegal, zoals Guinee-Bissau, waar Saliou Gano vandaan komt.
Bus
Op een dag, vertelt hij, werd hij ’s ochtends vroeg gewekt door zijn vader. ‘Er was een maraboe uit Senegal gekomen, zei hij, die me zou meenemen om de koran te leren. Hij was met een bus. Hij ging alle dorpen af en met een bus vol jongens reden we naar Dakar.’
In de stad wachtte hem een ander leven dan hem was voorgespiegeld. Slecht voedsel, geen hygiëne, geen rust, geen tijd om te spelen. Het leven op straat was hard en rauw. Veel geweld, niet alleen van de maraboe. ‘Er waren straatbendes die ons sloegen en ons geld afpikten.’ Was de maraboe nooit aardig? ‘Jawel, soms, dan gaf hij ons een stuk brood.’
Dag in dag uit bedelde Saliou, vijf jaar lang. Al die tijd besefte hij wel dat het niet normaal, dit leven als talibé. ‘Elke keer als de maraboe me sloeg, dacht ik aan mijn moeder.’
De jongen hoorde over een tehuis in de stad voor weggelopen talibés, Empire des Enfants, en toen hij weer eens was afgeranseld klopte hij daar aan.
Bioscoop
De houten deur van het centrum – een voormalige bioscoop – biedt toegang tot een binnenplaats met witte muren. Een stuk of twintig jongens, van kleuter tot tiener, loopt rond. Sommigen spelen tafeltennis of tafelvoetbal, anderen leggen blauwe matten klaar op een podium, voor de taekwondo-les, een zelfverdedigingssport.
Het Empire des Enfants is een tussenstation, legt coördinator Faty Tavares uit. De jongens blijven een aantal maanden, zo nodig langer, tot een duurzame oplossing is gevonden. Sommigen gaan naar een tehuis voor langdurige opvang. De voorkeur heeft terugkeer naar het gezin, vaak ver weg in het binnenland of – met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (OIM) – in een van de buurlanden. Voor de meeste ouders is het een schok te horen hoe hun zoontje al die tijd heeft geleefd in het verre Dakar.
Tavares: ‘Het leven op straat is vreselijk zwaar. Drugs, fysiek geweld, seksueel geweld. Als ze zich hier melden, zijn ze het helemaal zat. Als ze eenmaal binnen zijn, blijven ze de hele dag binnen. Ze mogen er best uit, wij houden ze niet tegen. Maar ze gaan gewoon niet.’
Zelfbeeld
De meeste jongens hebben psychische problemen, zegt Tavares. Het Empire biedt psychologische en medische zorg. ‘De kinderen hebben een erg laag zelfbeeld. Het eerste wat we doen is hen duidelijk maken dat ze mensen zijn met rechten. We leren ze ook dat ze zich moeten wassen, dat weten ze helemaal niet.’
Verder staan kennismaking met lezen en schrijven, sport en een beetje vakonderwijs op het programma. En: veel spelen, want dat hebben ze in de daara nooit gedaan. ‘Het is leuk in het Empire’, zegt Samba Diallo, een dreumes van 7, bedeesd naar zijn voeten kijkend. ‘Ik hou van voetballen, en elke avond kijken we televisie.’
Het laten bedelen van talibés komt in heel Senegal voor. Armoede is de voornaamste drijfveer voor ouders om hun zoon naar een daara te sturen; vaak weten ze niets af van de misstanden daar. Soms komen kinderen al op 2-jarige leeftijd in een koranschool terecht; bedelen doen ze pas als ze geen kleuter meer zijn. Organisaties als Unicef proberen samen met de overheid de uitbuiting te bestrijden. Dat gaat moeizaam.
Tostan
Interessant is het programma van Tostan, de organisatie die ook een succesvolle campagne voert tegen meisjesbesnijdenis. Tostan werkt samen met maraboes en dorpscomités om het leven van de jonge koranstudenten te verbeteren. Vrouwen in het dorp wordt gevraagd zich over de jongetjes te ontfermen – voeden, wassen, kleden – elke ‘ndiyou daara’, moeder van de daara, zorgt voor één talibé. De dorpscomités helpen de maraboe de jongens onderwijs te geven en een vakopleiding. En bedelen is uit den boze.
Kunnen niet beter de koranscholen met hun piepjonge talibés als zodanig worden aangepakt? ‘O nee’, zegt Molly Melching, directeur van Tostan. ‘Dat zou ridicuul zijn. Daarvoor is de traditie veel te sterk. We kunnen hooguit iets doen aan de leefomstandigheden in de daara’s, en voorkomen dat ze uit bedelen worden gestuurd.’
In diverse districten werkt Tostan samen met maraboes. De 20ste april werd uitgeroepen tot Dag van de Rechten van de Talibés. Sinds drie jaar houden maraboes, talibés en activisten een mars. Thierno Salif Thiam, een maraboe uit de stad Ourasogui in het noorden van Senegal, belegde onlangs een vergadering met vijftig collega’s om te praten over kinderbescherming. Zelf heeft hij een koranschool met 150 leerlingen. Uit bedelen stuurt hij ze niet meer. ‘Dat was vroeger’, zegt hij. ‘Tegenwoordig is het beter. De kinderen zijn gelukkig.’
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1158068.ece/Dickens_in_Dakar?source=rss
Re: Dickens in Dakar - Volkskrant
Heb het ook maanden/jaren? geleden al gelezen dat er redelijk wat talibés in Guineé worden geronseld. 'k denk dat ik het zelfs vermeld heb op het prikbord. Zal eens trachten het terug te vinden.
u063100- Gast
Re: Dickens in Dakar - Volkskrant
twee weken geleden was er een reportage over de talibés op Franse 3 (thalassa). zag je hoe kleine jongetjes van de zweep kregen terwijl ze de koran moesten aframmelen. triestig om te zien. die smeerlap van een marabout sloeg gewoon met zijn hand of met zijn zweep in het gezicht van die sukkelaartjes als ze een fout zeiden. was ergens in Mbour. gewoon dégoutant. kleine snotters met tranen in de ogen en de snot die uit hun neus liep. en maar verzen aframmelen. reportage ging ook over veel van die talibés die gevlucht waren en ergens op vuilnisbelten rond Dakar woonden,lijm snoven en kattekwaad uithaalden. dit is een probleem waar ze in Senegal iets zouden moeten aan doen. en er komen er altijd maar bij.
dirk- Aantal berichten : 71
Registratiedatum : 21-10-08
Soortgelijke onderwerpen
» Senegal bijna besnijdenisvrij
» Volkskrant: Zelfs feministen doen aan polygamie
» Volkskrant: Zwarte Italiaan ‘is vast een illegaal’
» Via Via Yoff
» Malariamedicatie
» Volkskrant: Zelfs feministen doen aan polygamie
» Volkskrant: Zwarte Italiaan ‘is vast een illegaal’
» Via Via Yoff
» Malariamedicatie
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum